Beroemd
|
|
Een aantal 'Van de Kleut'-en zijn bekender dan de meesten. Zo zijn twee naamgenoten uitvoerig beschreven in de rubriek 'Beroemde Barenvelders' van de Barneveldse Krant. Hieronder volgt de letterlijke tekst van deze publicaties. Op 6 oktober 1726 werd in Barneveld Jan door de trotse ouders Stephen Petersen en Nelletje Jans te doop gehouden. Jan werd aangenomen tot lidmaat kerk Kootwijk op 14 juni 1758. Dit mag wat vreemd lijken maar daar waren al eerder drie zusjes van hem gedoopt die overigens ook al in Kootwijk waren geboren. Jan huwde later met Gijsbertje Wouters van Doesburg en het jonge paar vestigde zich na verloop van tijd in Lunteren. Gijsbertje werd op 15 juni 1771 als lidmaat aangenomen. In dit dorp werden vier van hun vijf kinderen geboren, de laatste zag in Barneveld het levenslicht. Die kinderen waren: 1. Hendrikje, gedoopt 15 november 1761 te Lunteren; 2. Steven, gedoopt 12 mei 1763 te Lunteren, overleden voor 3 maart 1765; 3. Steven, gedoopt 3 maart 1765 te Lunteren, overleden 21 januari 1820 te Barneveld, gehuwd met Aaltje Woudenberg; 4. Wouter, gedoopt 24 mei 1767 te Lunteren, overleden voor 20 maart 1773 en 5. Wouter, gedoopt 20 maart 1773 te Barneveld. Weer in Barneveld werd Jan Stevensen boer op "De Grote Kleut" waaraan hij later zijn achternaam "Van de Kleut" werd ontleend. Hij overleed op 10 november 1810 te Barneveld. Zijn vrouw overleed al eerder en wel op 21 september 1798. Een weinig spectaculair of interessant leven, zult u in eerste instantie denken, maar Jan Stevensen van de Kleut was meer dan alleen maar een landbouwer die leefde tussen 1726 en 1810. Bij zijn overlijden verscheen een "Gedenkschrift op het afsterven van de nu zaligen Jan Stevensen in zijn leven bouwman onder Barneveld in hooger betrekking voor de kerk van Jezus Christus door zijne uitmuntende gaven en bekwaamheden oefenaar en Catechiseermeester aldaar". Het gedenkschrift bestond uit een gedicht waarin gewag wordt gemaakt van de ernstige ziekte die een einde aan zijn leven maakte. Verder kan men in de Collectie Bouwheer een tekst aantreffen met de titel "De bekeering van J. Stevense" waarin hij verhaalt dat hij al op jeugdige leeftijd tot het besef kwam dat hij 'onbekeerd' was. Dat inzicht belette hem echter niet om aanvankelijk "van zonde tot zonde" voort te gaan. In 1749 kreeg hij de pokken; hij kreeg veel tijd tot nadenken en na enkele gesprekken met zijn predikant zag hij in 1750 het Licht! (zie ook: Gedenkschrift van Jan Stevensen) Gijsbert van de Kleut werd op 2 januari 1903 in Barneveld geboren als zoon van Grietje van de Kleut, die later huwde met de in Ede geboren Jan Bouwmeester. Gijsberts grootvader was dagloner van beroep maar omtrent het beroep van Bouwmeester is niets bekend. Na de lagere school bezocht Gijsbert de zogenaamde Franse school in Barneveld die voor het MULO-diploma opleidde. Na zijn schooltijd kwam hij op kantoor bij de Koekfabriek van Roskam. Gijsbert vertrok volgens het bevolkingsregister op 19 november 1921 naar Den Haag waar hij ambtenaar bij de PTT werd. Hij had ingeschreven voor een PTT-cursus en hoopte daarna in Arnhem te worden geplaatst. Dat ging niet door en Van de Kleut moest naar Den Haag. In 1961 was hij inmiddels opgeklommen tot hoofd-employé voor bijzondere diensten bij de postcheque- en girodienst en woonde hij in de Hendrik Zwaardecroonstraat in de Hofstad. Hij huwde aldaar met een uit Zutphen afkomstige collega bij de girodienst. Gijsbert van de Kleut heeft zich voor Barneveld onsterfelijk gemaakt door zijn liefde voor ons dialect. Onder het pseudoniem "Jan van Darp" schreef hij menige bijdrage voor de Barnevelde Krant en vanwege zijn kennis werd hij gevraagd om lid te worden van de Dialectencommissie van het toenmalige Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW). Wie wat van hem zou willen lezen dient er onder andere de kranten uit 1961 maar eens op na te slaan. In het nummer van 15 juli staat het verhaal: "Was het een droom?" en dat van 16 september: "De vrieje maondag" en van 23 november: "Een raor vuerval". |